Eierwarmers

Voor een extra vrolijk accent op de paastafel, maakte ik deze haas-eierwarmers.
Zin om ze ook te maken/haken? Hier lees je hoe je dat doet – veel plezier!

Benodigdheden:
Allerlei kleuren haakkatoen (ik gebruikte “ByClaire nr 1”, wit en beige voor de hoofdjes, licht roze en wit/beige voor de oren, fel blauw, geel, roze en groen voor de versiering);

DMC-borduurgaren (lichtroze voor de neusjes, iets donkerder roze voor de mondjes, bruin en zwart voor de wenkbrauwen)

Gütermann “Renaissance Beads”, 4 mm, voor de oogjes

Evt. klein stukje (wit) vilt

Haaknaald (3,5 mm), steekmarkeerder, schaar, stopnaald en borduurnaald

Hoofdje
1. Haak in een magische ring 5 vasten;
2. In elke vaste van de vorige toer haak je 2 vasten (10 steken);
3. Je haakt in deze toer: * 1 vaste, 2 vasten **; herhalen van * tot ** (15 steken);
4. Je herhaalt toer 3 (22 steken);
5. Dit is de laatste toer waarin je steken meerdert: * 1 vaste, 1 vaste, 2 vasten **, herhalen van * tot ** (29 steken);
6. Je haakt nu 10 toeren van 29 steken, tot een totaal van 15 toeren.
7. Hecht af en werk je draadjes netjes weg.Oren
Met lichtroze haak je 9 lossen; de volgende toer start je in de 2e losse vanaf de naald en je haakt 7 vasten. In de 8e losse haak je 3 vasten en gaat hiermee “het bochtje om”. Aan de andere kant van de lossenketting haak je vervolgens nog 7 vasten. Hecht af, werk draadjes weg. Hecht met wit of beige aan in de eerste roze vaste; haak 3 lossen (= 1e stokje; je kunt ook een beginstokje haken). Haak nu in elke volgende vaste 1 stokje (totaal 7 stokjes).
In de volgende vaste haak je: 1 stokje en een dubbel stokje; in de steek hierna: 3 keer een dubbel stokje (we gaan hier het bochtje weer om). In de volgende steek 1 dubbel stokje en 1 stokje. In de overige 7 steken haak je 1 stokje in elke steek.
Je haakwerk staat nu iets bol, geen zorgen, dat is precies wat je wilt om een mooi “haas-oor” te krijgen.
Hecht af en zorg ervoor dat je een lánge draad overhoudt – hiermee naaien we de oren vast op het hoofdje.
Haak het tweede oortje.Bloemetje
In een magische ring haak je met b.v. geel 10 vasten, hecht af, werk je draadjes weg. Met b.v. fel roze hecht je aan en je haakt in de eerste vaste van de vorige toer: 1 vaste, 1 stokje. In de volgende vaste: 1 stokje, 1 vaste. Dit herhaal je totdat je rond bent en 5 bloemblaadjes hebt.

Strikje
Met b.v. fel blauw haak je 9 lossen. In de 3e losse vanaf je haaknaald haak je 1 stokje. Daarna haak je: 1 stokje, 1 half stokje, 1 halve vaste, 1 half stokje, 1 stokje, 1 stokje, 2 lossen. De 2 lossen maak je met een halve vaste vast in je eerste losse van de ketting van 9. Hecht af en werk je draadjes weg.
Met een contrasterende kleur, b.v. fel groen, wikkel je een keer of acht de draad in het midden van het strikje (op de plaats waar je de halve vaste haakte). Hecht af, maar zorg voor een lange draad.

Afwerking:
Vouw het hoofdje dubbel en zorg dat de plek waar je afgehecht hebt, midden achter zit. Vouw de oortjes aan de onderkant dubbel en zet dit met een paar kleine steekjes vast. Aan beide zijkanten naai je ongeveer tussen toer 5 en 6 de oren vast.
De oogjes naai je ongeveer twee toeren lager (tussen toer 7 en 8), met een horizontale tussenruimte van plus/minus 4 steken vast. Met bruin of zwart borduurgaren naai je met een paar steekjes de wenkbrauwen.
Twee toeren vanaf de benedenrand, precies in het midden, borduur je met licht roze het neusje. Dit doe je door een driehoekje met gelijke zijden te naaien en deze daarna op te vullen.
Borduur het mondje met donker roze zoals op de afbeelding te zien is.
Naai nu het bloemetje en het strikje op, c.q. aan het hoofdje.