Je hebt nodig:
- restjes garen + haaknaald (ik gebruik altijd 100% katoen, haaknaald 3,5 mm);
- een handvol fiberfill-vulling;
- stopnaald, schaar;
- naald en draad, om je versieringen op het speldenkussen te naaien.
Het patroontje:
Begin met een ketting van 21 lossen (= 20 begin steken + 1 keerlosse).
1e toer: begin in de 2e losse vanaf je haaknaald, haak 20 vasten.
Aan het eind van de 1e toer haak je 1 losse (= je keerlosse), je draait je werk en mindert meteen 1 steek door de eerste twee vasten samen te haken (haal een lus op door de eerste 2 vasten, 3 lussen op je naald, haal je draad door deze drie lussen: mindering gemaakt). Haak de rest van de toer af (1 vaste in elke steek, totaal 19 steken).
Haak 1 keerlosse, keer je werk, minder weer 1 steek door de 1e twee vasten samen te haken en m(h)aak deze toer af (één vaste in elk van de resterende 16 vasten).
*Elke toer begin je met het samenhaken van de eerste 2 vasten – dan haak 1 vaste in elk van de resterende vasten in deze toer – je eindigt met een keerlosse – keert je werk – en start weer vanaf *
Dit doe je net zo lang todat er nog slechts 3 lussen op je naald zitten (je hebt dan 20 toeren gehaakt). Haal je garen door deze 3 lussen.
Ook al heb je de eerste driehoek nu klaar, hecht niet af!!
Haak 1 (keer)losse en maak langs de schuine kant van je driehoekje een mooie rij met vasten. In de laatste steek helemaal onderaan haak je 2 vasten, totaal 22 steken. Hecht af.
Je doet hetzelfde aan de andere schuine zijde; hecht opnieuw je garen aan in de losse die je zonet bovenaan gemaakt hebt, vaste in dezelfde steek en vervolgens 1 vaste in elk steekje naar beneden hakend, wederom eindigend met 2 vasten in de allerlaatste steek.
In totaal tel je aan iedere schuine kant 22 vasten.
Hecht af, werk je draadjes netjes weg.
Maak nóg een driehoekje – in dezelfde – of een contrasterende – kleur, wat je zelf het mooiste lijkt.
Persoonlijk vind ik de volgende stap het leukste stadium van dit projectje, namelijk het versieren! Je kunt daar natuurlijk alle kanten mee op; ik heb vaak gehaakte bloemetjes gebruikt (op m’n “Pinterest Crochet Board” vind je veel bloemenpatroontjes&tutorials), maar iets maken van vilt of borduren kan vanzelfsprekend ook (met draad en kleine kraaltjes ….).
Zodra je klaar bent met versieren, kun je de boven- en onderkant aan elkaar haken.
Aan jou de keus weer om dit in dezelfde of met een hele andere kleur te doen.
Leg de twee driehoekjes op elkaar, haal je garen door de beide lussen van beide vasten (1 vaste van elke driehoek, je hebt dus 4 lusjes op je haaknaald) en maak een vaste. Haak zo met vasten je driehoeken aan elkaar; in de hoeken haak je 2 vasten in 1 steek.
Als je nog ongeveer 10 steken te gaan hebt, vul je het speldenkussentje met fiberfill-vulling. Haak de laatste steken – hecht af en ta-dah: klaar!
De manier waarop je het speldenkussen versiert, maakt deze telkens weer helemaal uniek – denk “Halloween”, of “Kerst” – enfin de mogelijkheden zijn eindeloos…..
Veel plezier!